Vragen en antwoorden over kinkhoest
Publicatiedatum: 16 maart 2024
Het aantal kinderen en vooral het aantal baby’s met kinkhoest is op dit moment veel groter dan normaal. De stijging is in heel Nederland zichtbaar.
Hoeveel besmettingen zijn er in Nederland?
Het RIVM houdt het aantal gemelde besmettingen bij. Op de website van het RIVM zijn de actuele cijfers te volgen. Sinds 1996 komt kinkhoest vaker in Nederland voor, ook onder volwassenen. Elke 2 tot 4 jaar is er een piek in het aantal kinkhoestmeldingen.
Wat is kinkhoest?
Kinkhoest is een erg besmettelijke ziekte, veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. De bacterie maakt een gifstof aan, waardoor hoestbuien ontstaan. Deze hoest kan maandenlang aanhouden. De ziekte wordt daarom ook wel de ‘100 dagenhoest’ genoemd.
Hoe verspreidt kinkhoest zich?
Mensen kunnen elkaar besmetten via hoesten en niezen. Er komen dan kleine druppels met de bacterie in de lucht. Kinkhoest is het meest besmettelijk aan het begin van de ziekte. Iemand weet dan vaak nog niet dat hij kinkhoest heeft. De besmettelijkheid duurt tot 3 weken na het begin van de hoestbuien. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 7 tot 10 dagen.
Welke symptomen heeft kinkhoest?
Kinkhoest begint vaak met klachten die lijken op een gewone neusverkoudheid. Na 1 tot 2 weken begint het hoesten. Het hoesten wordt steeds erger, vooral ’s nachts. Na een paar weken wordt het hoesten langzaam minder.
Waarom zijn juist baby’s kwetsbaar?
Kinkhoest is vooral gevaarlijk voor baby’s. Zij raken uitgeput door het hoesten en drinken dan niet meer. Het vele hoesten zorgt ook voor een gebrek aan zuurstof. Hierdoor kan er een hersenbeschadiging ontstaan. Soms hoesten baby’s met kinkhoest niet, maar stoppen ze af en toe met ademhalen. Daardoor kunnen ze blauw aanlopen. Meer dan de helft van de baby’s met kinkhoest wordt in het ziekenhuis opgenomen. Heel soms overlijdt een baby aan kinkhoest.
Hoe kan ik mijn baby tegen kinkhoest beschermen?
Baby’s kunnen vanaf twee maanden een vaccinatie tegen kinkhoest krijgen. Om ze ook in de eerste weken na hun geboorte te beschermen, krijgen zwangere vrouwen het advies zich tegen kinkhoest te laten inenten, zodat hun baby al antistoffen meekrijgt. Met deze vaccinatie (de 22 wekenprik) is de baby meteen na de geboorte beschermd.
Hoe goed werkt de 22 wekenprik?
De 22 wekenprik voorkomt bij 9 van de 10 baby’s jonger dan 3 maanden een kinkhoestinfectie. De vaccinatie beschermt dus niet volledig. Daarom is het verstandig dat hoogzwangeren en pasgeborenen voor de zekerheid het contact vermijden met mensen die hoesten en snotteren. Kinkhoest kan niet met inentingen worden uitgeroeid. Na vijf tot tien jaar neemt de bescherming af, waardoor grotere kinderen en volwassenen de ziekte kunnen krijgen en overbrengen.
Hoe maak ik een afspraak voor de 22 wekenprik?
Neem contact met ons op om een afspraak te maken voor de 22 wekenprik. Meer informatie over deze vaccinatie kun je lezen bij info vaccinaties zwangerschap.
Wanneer wordt een kind gevaccineerd?
Als een zwangere de 22 wekenprik heeft gehaald, krijgt een baby de eerste kinkhoestvaccinatie (meestal) op de leeftijd van 3 maanden, in plaats van met 2 maanden. Daarna volgt nog een herhaling van de vaccinatie rond de leeftijd van 5 maanden, 11 à 12 maanden en bijna 4 jaar. Op de website van het RIVM vind je meer informatie over het Rijksvaccinatieprogramma.
Kan een kind vaccinaties inhalen?
Als je kind niet volgens het Rijksvaccinatieprogramma is ingeënt, kun je dat alsnog doen. Tot hun 18e verjaardag mogen kinderen (gratis) starten met de vaccinaties. We kunnen hiervoor een inhaalschema op maat maken. Neem hiervoor contact met ons op.
Wat als ik twijfels heb over vaccineren?
Voor de meeste ouders is het vaccineren van hun kind vanzelfsprekend. Als je twijfels hebt over vaccineren kun je dit altijd bespreken met de jeugdarts of jeugdverpleegkundig op het consultatiebureau. Ook kun je de website van het RIVM raadplegen of bellen met de Twijfeltelefoon: 088-7555777.
Waar vind ik meer informatie?
Voor meer informatie over kinkhoest kun je op de website van het RIVM terecht.