voor inwoners, met gemeenten

Tijdens een inspectie wordt bekeken of een kindercentrum voldoet aan de kwaliteitseisen die voortkomen uit de Wet Kinderopvang. De kwaliteitseisen zijn nader uitgewerkt in het Besluit kwaliteit kinderopvang en de Regeling kwaliteit kinderopvang.

Het toetsen van de voorwaarden

De kwaliteitseisen die voortkomen uit de Wet kinderopvang zijn vertaald in voorwaarden. Bij een inspectie wordt getoetst of de houder voldoet aan deze voorwaarden. Daarbij gebruikt de toezichthouder verschillende middelen om tot een oordeel te komen: documenten worden getoetst en op locatie wordt bijvoorbeeld geobserveerd en gesproken met beroepskrachten. Alle informatie wordt uiteindelijk verwerkt in het inspectierapport.

Domeinen

Het rapport bestaat uit zes domeinen, te weten: ‘Registratie, wijzigingen en administratie’, ‘Pedagogisch klimaat’, ‘Personeel en groepen’, ‘Veiligheid en gezondheid’, ‘Accommodatie’ en ‘Ouderrecht’.

Naar het eerste domein wordt met name gekeken voor de start van een nieuwe voorziening. Het betreft de basis waarbij een houder moet aantonen dat er een deugdelijke administratie wordt gevoerd en dat een groot deel van deze administratie ook op verzoek van de toezichthouder tijdig overgedragen kan worden. Ook een belangrijke voorwaarde binnen dit domein is bijvoorbeeld dat kinderopvang plaats vindt op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder(s).

In het domein pedagogisch klimaat komen het pedagogisch beleid en de pedagogische praktijk aan de orde. In het beleid dient de visie van het kindercentrum over verantwoorde opvang beschreven te worden, maar bijvoorbeeld ook een aantal praktische zaken. Zo weten ouders wat ze kunnen verwachten van het kindercentrum. De toezichthouder toetst of het beleid ook in praktijk wordt gebracht. De pedagogische kwaliteit is de basis van verantwoorde kinderopvang. Hoe beroepskrachten met kinderen omgaan is een voorwaarde voor het bieden van een verantwoorde en veilige opvang. Daarom wordt er bij een jaarlijks onderzoek altijd een observatie gedaan om de pedagogische kwaliteit te beoordelen.

Personeel en groepen is het domein waarin belangrijke randvoorwaarden aan bod komen. Zijn er bijvoorbeeld genoeg beroepskrachten voor het aantal aanwezige kinderen? Hebben alle beroepskrachten de juiste opleiding? Zijn alle beroepskrachten (en andere structureel betrokken personen) ingeschreven in het personenregister kinderopvang en dus in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag?

Het domein veiligheid en gezondheid bestaat uit voorwaarden waar wordt getoetst of er een beleid is met betrekking tot veiligheid en gezondheid dat voldoet aan de eisen. Ook dient er een meldcode kindermishandeling te zijn specifiek voor het betreffende kindcentrum of de organisatie. De toezichthouder toetst hier weer de beleidsstukken, maar ook of wat in het beleid staat in de praktijk wordt uitgevoerd. Een belangrijke onderdeel bij de beleidsstukken is dat de houder de kennis over het beleid dient te bevorderen bij de beroepskrachten.

In het domein accommodatie wordt beoordeeld of er voldoende binnen- en buitenspeelruimte is. Daarnaast wordt gekeken of deze ruimtes passend, toegankelijk en veilig zijn ingericht voor de leeftijd en het aantal kinderen.

Binnen het domein ouderrecht wordt gekeken of ouders geïnformeerd worden en of ze voldoende invloed uit kunnen oefenen op het beleid. Wanneer een houder bijvoorbeeld een beleidsstuk wil wijzigen, dient hij dit voor te leggen aan de oudercommissie. Ook wordt getoetst hoe het kindercentrum omgaat met bijvoorbeeld klachten.