Kinderen en ouders vinden een vaccinatie vaak spannend. Maar met de juiste voorbereiding en begeleiding gaat het meestal gewoon goed. Hieronder vind je tips voor minder pijn bij de vaccinaties.
Voor het vaccineren
Kleine kinderen kunnen nog niet goed duidelijk kunnen maken wat ze willen. Daarom vragen we jou om aan te geven wat prettig is voor je kind. Je kunt de vaccinaties voorbereiden door na te denken over de volgende vragen:
- Hoe kun je zelf rustig zijn?
Als jij rustig bent, voelt je kind zich veilig. Door zelf rustig te ademen tijdens de vaccinatie, raak je meer ontspannen. - Wil je je kind laten drinken of sabbelen?
Als een kind borstvoeding of flesvoeding drinkt, of sabbelt tijdens het vaccineren, dan voelt het minder pijn. - Wil je iets doen?
Als je je kind afleidt, voelt het meestal minder pijn. Je kunt een verhaal vertellen, een spelletje doen, een boekje lezen, liedjes zingen, of wat je maar wilt. Als je kind er maar stil bij kan zitten. - Wil je vaccinaties na elkaar of tegelijkertijd?
Als je kind twee vaccinaties krijgt, kun je aangeven of je deze na elkaar of juist tegelijkertijd wil laten geven. Tegelijkertijd kan als er voldoende professionals aanwezig zijn.
Neem naar de locatie mee wat je nodig hebt tijdens het vaccineren, zoals voeding, speen, een boek of een knuffel.
Tijdens het vaccineren
- Op schoot
We raden aan om je kind altijd op schoot te hebben tijdens het vaccineren. Laat het (half)zitten. Kinderen in deze houding voelen minder pijn van het vaccineren. - Drinken
Een kind dat drinkt aan de borst of uit de fles voelt minder pijn van de vaccinatie. Een hongerig kind heeft meer last van het vaccineren. Als je je kind niet laat drinken tijdens het vaccineren, zorg dan dat hij vooraf goed heeft gedronken. - Afleiding
Afleiding vermindert pijn. Kinderen kun je afleiden met speeltjes die ze leuk vinden. Vooral speeltjes met geluid, lichtjes en beweging helpen. Kinderen vanaf ongeveer 3 jaar kunnen tegen een molentje blazen. Dat ontspant.
Na het vaccineren
- Positieve taal
Troost je kind na het vaccineren, zoals je dat gewend bent. Geef woorden aan de emoties van je kind. Gebruik positieve taal en geef complimenten. Voorbeelden hiervan zijn:- “Je mag best even huilen.”
- “Ik ben bij je, en ga je lekker knuffelen en troosten.”
- Vermijd negatieve taal
Negatieve taal is niet helpend voor je kind, zeg dus geen zinnen als:- “Niet huilen, stil maar.”
Paracetamol
Veel ouders vragen zich af of ze hun kind paracetamol mogen geven voor of na de vaccinatie. Het advies is om vóór het vaccineren geen paracetamol te geven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat dit bij het vaccineren geen pijnvermindering geeft. Bij pijn en/of (ontroostbaar) huilen ná het vaccineren kan paracetamol wel helpen.
Als je kind na het vaccineren koorts heeft, zonder pijn, wordt afgeraden om paracetamol te geven. Het optreden van koorts is een reactie van het lichaam op de vaccinatie. Dat is juist nodig voor een goede werking van het vaccin. Geeft bij koorts je kind wel voldoende drinken om uitdroging te voorkomen.
EMLA-crème of -pleisters
Je kunt gebruikmaken van EMLA-crème of -pleisters om de pijn tijdens het vaccineren te verhelpen. Dit kun je (op recept) via de huisarts verkrijgen.
Breng de EMLA-crème of EMLA-pleister op de juiste plek aan, 1 uur voor de vaccinatie(s):
- Tot 14 maanden:
- Bij één vaccinatie: linker bovenbeen
- Bij twee vaccinaties: beide bovenbenen
- Vanaf 14 maanden:
- Bij één vaccinatie: linker bovenarm
- Bij twee vaccinaties: beide bovenarmen