Kinderen en ouders vinden een vaccinatie vaak spannend. Maar met de juiste voorbereiding en begeleiding gaat het meestal gewoon goed. Hieronder vind je tips voor minder pijn bij de vaccinaties.
Voor het vaccineren
Vraag je kind om vóór de vaccinatie na te denken over deze vragen:
- Wil je bij papa of mama op schoot zitten?
Als de ouders dicht in de buurt zijn, geeft dat de meeste kinderen rust. - Wil je iets doen tijdens het vaccineren?
Als een kind aan iets anders denkt, denk het minder aan de vaccinatie. Het kan een verhaal vertellen, een filmpje kijken, een spelletje doen, een boek lezen, liedjes zingen, of wat het maar wil! Als je kind er maar stil bij kan zitten. - Wil je blazen tijdens het vaccineren?
Als een kind rustig ademt, voelt het minder van de vaccinatie. Het kan tegen een windmolentje blazen of zelf door de neus in en door de mond uitblazen. - Wil je de vaccinaties na elkaar of tegelijkertijd?
Als je kind twee vaccinaties krijgt, kun je aangeven of je deze na elkaar of juist tegelijkertijd wil laten geven. Tegelijkertijd kan als er voldoende professionals aanwezig zijn.
Neem mee wat je nodig hebt tijdens het vaccineren, zoals een boek, telefoon, knuffel.
Download en print de invulflyer ‘Zo wil ik het graag’. Daarin kun je aangeven hoe je (kind) de vaccinaties wil krijgen.
Tijdens het vaccineren
- Wees eerlijk
Vertel wat er gaat gebeuren, gebruik neutrale woorden: ‘je krijgt dit vaccin, zodat je gezond kan blijven’. - Vul niet in hoe het voelt
Sommige kinderen voelen het kort, andere kinderen voelen druk, tintelen, kriebelen, pijn. Leg dit bijvoorbeeld uit met:- “Je kan iets voelen, het voelt bij iedereen anders, vertel me maar wat jij voelt.’
- Gebruik positieve taal
Je kind voelt zich prettiger als je positieve taal gebruikt, voorbeelden hiervan zijn:- “Ik ben bij je en zal je helpen om te zorgen dat het goed gaat.”
- “Omdat je toverzalf hebt gekregen zal het nog makkelijker gaan.”
- “Je zult verbaasd zijn hoe goed het gaat vandaag, omdat jij zo goed kijkt naar de muur met de vogelhuisjes erop.”
- “Weet je nog toen op de camping, welke kleur tent hadden we ook alweer…”
- Vermijd negatieve taal
Negatieve taal is niet helpen voor je kind, zeg dus geen woorden/zinnen als:- “Het gaat even pijn doen.”
- “Niet huilen.”
- “Stel je niet aan.”
- “Het doet geen pijn.”
- Zorg voor afleiding
Leid je kind af voor, bijvoorbeeld door samen te praten over favoriete vakantie, hobby, sport, game, tv-programma, boek, met een (zoek)spelletje, IPad of telefoon, of met een onderwerp wat ze aan het leren zijn op school. Hoe meer betrokken je kind is in de afleiding, hoe beter het werkt. - Volg je kind
Sommige kinderen willen juist kijken naar de vaccinatie. Dan kun je zeggen: “Wat gaat het goed hè? Blaas maar lekker uit waardoor het nog beter gaat”. Uitblazen zorgt ervoor dat je kind meer ontspannen wordt en daardoor minder pijn en angst zal voelen.
Na het vaccineren
- Blijf positief
Leg de aandacht op wat er goed ging, bijvoorbeeld:- “Wat heb jij goed stilgezeten.”
- “Wat deed je het goed!”
- Geen negatieve woorden
Maak geen excuses en geef geen kritiek. Zeg dus niet:- “Wat erg voor je, ik weet dat het pijn doet.”
- “Je gedroeg je als een baby.”
Paracetamol
Veel ouders vragen zich af of ze hun kind paracetamol mogen geven voor of na de vaccinatie. Het advies is om vóór het vaccineren geen paracetamol te geven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat dit bij het vaccineren geen pijnvermindering geeft. Bij pijn ná het vaccineren kan paracetamol wel helpen.
Als je kind na het vaccineren koorts heeft, zonder pijn, wordt afgeraden om paracetamol te geven. Het optreden van koorts is een reactie van het lichaam op de vaccinatie. Dat is juist nodig voor een goede werking van het vaccin. Geeft bij koorts je kind wel voldoende drinken om uitdroging te voorkomen.
EMLA-crème of -pleisters
Je kunt gebruikmaken van EMLA-crème of -pleisters om de pijn tijdens het vaccineren te verhelpen. Dit kun je (op recept) via de huisarts verkrijgen
Breng de EMLA-crème of EMLA-pleister op de juiste plek aan, 1 uur voor de vaccinatie(s):
- Bij één vaccinatie: bovenarm die het kind niet gebruikt met schrijven
- Bij twee vaccinaties: beide bovenarmen